Rond 1900 was De betuwe een van de eerste bedrijven die naast jam en gelei ook appelstroop ging produceren.
Boeren uit de Betuwe voerden in het najaar suikerbieten aan. Deze werden gewogen op de weegbrug aan de Grote Brugse Grintweg.
De suikerbieten belandden op een grote opslaghoop waarna ze in de fabriek schoongemaakt werden. Ze werden in stukken gesneden,
gekookt en geperst op zware machines. Het sap werd gefilterd en onder vacuum ingedikt.
Appels kregen een soortgelijke behandeling.
Van de geconcentreerde suikeroplossing uit de suikerbieten en het geconcentreerde appelsap werd appelstroop gemaakt. Op de blikken
van de appelstroop (en perenstroop) verschijnt conpura. de betekenis dan ook: concentrated pure appeljuice.
In de loop der jaren heeft De Betuwe allerlei verschillende verpakkingsmiddelen voor appelstroop gebruikt. Veel verschillende blikken
met verschillende opdrukken en de laatste jaren van de productie ook appelstroop in potten.