Zo jong als beiden waren, hadden ze beiden voordurend werk. Freddie tekende o.a. mode-illustraties voor vrouwentijdschriften en lieflijke prenten voor sprookjesboeken en prentenboeken. Eelco en Freddie werkten vaak samen. Soms wisten ze niet meer welke naam er onder het werk moest komen te staan.
Ze kregen samen 2 kinderen: Hein en Fritzi. Omdat Eelco en Freddie veel werkten werden beide kinderen opgevoed dor oma, de moeder van Freddie, een weduwe en voormalig onderwijzeres. Tijdens de crisis van de jaren 30 had het gezin het nog steeds erg goed, want de opdrachten bleven binnen stromen. Freddie illustreerde diverse boeken en Eelco werkte commerciëler. Hij werd vooral bekend met de strips voor Tiels Flipje.

Later werkte Eelco het figuurtje Flipje, dat bedacht was door reclamebureau Van Alfen, uit tot een nieuw mannetje dat samen met zijn vriendjes allerlei avonturen beleefde.
Het hele gezin hielp mee om de verhaaltjes van Flipje en zijn vriendjes gestalte te geven.
In de oorlog veranderde hun luxe leventje. Freddie en Eelco waren beiden niet ingeschreven bij de Kultuurkamer waardoor ze bijna geen werk meer kregen.

In 1948 overleed Freddie. Eelco deed in de jaren erna niets anders dan werken. Hij wilde ook Flipje graag uitbrengen in Engeland, maar De Betuwe lag dwars. Eelco had in Engeland inmiddels naam gemaakt door de boeken van Enid Blyton Noddy te illustreren. De ruzie liep aardig op en op 18 juli 1953 verbrak Eelco de samenwerking met jamfabriek De Betuwe. 6 Dagen later overleed hij. Zijn hart kon het allemaal niet meer aan.
Eelco was toendertijd bezig met stroken serie 46. De Betuwe heeft toen bij Fritzi aangeklopt om te vragen of zij het werk van haar vader wilde voortzetten. Zij heeft serie 46 afgemaakt en serie 47 en 48 ontworpen. Daarvan is serie 47 nog wel van uitgekomen maar serie 48 niet meer. De Betuwe was toch niet tevreden met de aard en slordigheid van de tekeningen. De samenwerking werd verbroken.